Martian Sandy®

Like a squirrel in a underwater dome, observing & helping the sea creatures around 

The texts are written in Dutch or English, due to the background of the website's founder.

In the future there might be other contributors. Give us feedback via email or social media.

 

De praktijk van LETS in Groot – Brittannië en de Credito in Argentinië laat zien dat er een aantal dingen ontbreken aan deze muntsoorten. Ondanks alle bedoelingen van de oprichters groeien deze alternatieve netwerken niet uit boven een bepaald niveau. Ook bereiken ze niet het gewenste resultaat: een solidaire gemeenschap. Een dergelijke solidaire gemeenschap had moeten groeien door de handelingen van de gebruikers. De functies van de muntsoort en de vorm van het geld in de beschreven netwerken hadden daarvoor moeten zorgen. Toch werkte het uiteindelijk niet en dit heeft een aantal duidelijke redenen. Deze redenen staan echter niet los van elkaar, want ze vormen een coherent geheel. Hoe dit te verklaren valt, is het doel van dit laatste hoofdstuk. In grote lijnen kan echter alvast geconcludeerd worden dat: beide alternatieve muntsoorten niet groeien, omdat de vorm van het geld en het economische netwerk geen coherent geheel zijn. De alternatieve muntsoorten zijn geen ‘gemeenschap.’

 

De economische ‘gemeenschap’

Om te begrijpen wat er met bovenstaande stelling wordt bedoeld, is het belangrijk om terug te gaan naar de beweringen van Simmel en Anderson. Simmel is van mening dat elke muntsoort een gemeenschap is, omdat geld functioneert als uiting van vertrouwen in de gemeenschap. In een gemeenschap of samenleving van formaat is het niet mogelijk om iedere te kennen, dus is het een imagined community (Anderson 1991, 6). De bewering van Simmel refereert echter vooral naar het economische aspect van een gemeenschap, waarbij een gestandaardiseerde vorm van geld de uitwisseling van goederen en diensten mogelijk maakt. Geld maakt uitwisseling mogelijk, wat vervolgens Simmel socialisatie tot stand brengt. Vertrouwen in de werking van het geld en de garantie dat het geld waarde geeft, zijn onderdeel van deze ‘socialisatie.’

 

LETS en de Credito zijn echter beide geen economische ‘gemeenschappen’, omdat beide muntsoorten niet alle aspecten van geld dekken. Beide muntsoorten maken uitwisseling mogelijk en zijn rekenmiddelen, maar ze zijn spelen slechts een kleine rol in de totstandkoming van de waarde van goederen en diensten. De waarde van goederen in de verwante netwerken wordt in grote mate bepaald door een conventionele muntsoort, omdat de goederen uit de reguliere economie komen. Van ‘eerlijke prijzen’ voor goederen of diensten is geen sprake, want er worden prijsafspraken gemaakt of de prijs van een product stijgt door hoge vraag in het geval van de Credito. Vertrouwen in de munt is bij de Credito bovendien gebaseerd op karakteristieken van de Peso, waardoor dit aspect geen onderdeel is van het transactional system waarbinnen de muntsoort Credito opereert. Bij de LETS in Zuid – Oost Engeland is het vertrouwen grotendeels gebaseerd op de acties van de gemeenschap, want de virtuele muntsoort dekt dit vertrouwen niet.

 

Waarden

Hoewel dezelfde waarden de basis zouden moeten vormen voor de netwerken van LETS en de Credito, is dit in de praktijk niet het geval. Waarden van solidariteit, zelfredzaamheid en reciprociteit moeten deelnemers de mogelijkheid geven om hun eigen economie te stimuleren. De crux zit echter in het begrip reciprociteit. Er wordt iets anders mee bedoeld, dan in het boek van Graeber. Daarin is reciprociteit gebaseerd op gelijkheid. Deze gelijkheid houdt in dan iedere partij in een transactie de mogelijkheid heeft om iets te krijgen van gelijke waarde. Na het voltooien van deze transactie kunnen beide partijen uit elkaar gaan en zijn ze niet verplicht om nog langer een band met elkaar te hebben. Zolang de transactie echter nog niet is voltooid, is er een ‘schuld’ en moet deze voldaan worden. Dit idee is de basis van een gestandaardiseerde vorm van geld, volgens het perspectief van Graeber en Simmel.

 

In LETS zijn deze schulden echter in sommige gevallen de reden, dat het netwerk niet werkt. Deelnemers met schulden worden door niemand verplicht om het terug te betalen. Voor veel mensen gaat het ook om verdienen aan de uitwisseling, zonder iets voor de ‘gemeenschap’ terug te doen. Het duidelijkste is dit bij de Credito, waar een hoop deelnemers alleen op zoek waren naar eigen gewin en niet nadachten over hoe zij de ‘gemeenschap’ beter konden maken. Netwerken waarin mensen wel denken aan de gemeenschap zijn veroordeeld om klein te blijven, om de simpele reden dat in een netwerk met teveel mensen het geld niet op zichzelf mensen kan bewegen om beter met hun geld om te gaan.

 

Hiervoor zijn regels nodig, die de gemeenschap moeten dienen. Het werk van Parry & Bloch laat dit goed zien. De culturen beschreven in hun boek kennen allemaal twee sferen: een sfeer van competitie en een sfeer van sociale orde. De sfeer van competitie mag die van de sociale orde niet verstoren, anders gaat de sociale orde verloren. In beide alternatieve muntsoorten was echter uitwisseling het doel en dit steunde niet de realisatie van waarden als solidariteit of de verbetering van de gemeenschap. Wellicht komt door het gegeven dat, volgens Parry & Bloch, de sfeer van competitie in ‘onze cultuur’ het hoogste goed is. De waarde van zelfredzaamheid en het idee dat iedereen de mogelijkheid moet hebben om in zijn of haar behoeften te voorzien, is niet eenvoudig te rijmen met het een idee van een solidaire gemeenschap.

 

Exclusief Geld

De vorm van geld heeft dus wel invloed op de waarden in het netwerk van een alternatieve muntsoort, maar het gebruik ervan leidt tot exclusief gebruik door bepaalde deelnemers. Zo sluit het aan op het perspectief van Zelizer, dat mensen ook tegenwoordig nog steeds hun eigen geldvormen maken en oormerken voor een bepaalde bestemming of groep. Het gebruik van het geld leidt echter niet tot de gewenste waarden. Het limited purpose money van alternatieve muntsoorten wordt namelijk beïnvloed door de aspecten van general purpose money, waar de deelnemers aan gewend zijn. Of dit een probleem is, hangt af van de deelnemers en het verwante netwerk. Kleine gemeenschappen als LETS zullen hier misschien geen probleem mee hebben, maar het netwerk van de Credito had als doel om een serieus alternatief te zijn voor de Peso. Dit is niet gelukt. De toekomst zal echter leren of nieuwe sociale initiatieven van deze fouten zullen leren.

 

Literatuurlijst

Anderson, B. 1991. Imagined Communities: Reflections on the Origin and Spread of Nationalism. Ch. 1. London: Verso.

 

Appadurai, A. 1986. The Social Life of Things: commodities in cultural perspective, chap 1 + 2. Cambridge Universitye Press.

 

Graeber, D. 2012. Debt: The First 5000 Years, chap. 1 - 5. New York: Melville House Publishing.

 

Hart, K., H. Ortiz. 2014. The Anthropology of Money and Finance: Between Ethnography and World History. In: Annual Review of Anthropology. 2014. 43: 465–82.

 

Lee, R. 1996. Moral Money? LETS and the social construction of local economic geographies in Southeast England. In: Environment and Planning A 28: 1377 – 1394.

 

Maurer, B. 2006. The Anthropology of Money. In: Annual Review of Anthropology. 2006. 35:15–36.

 

Nelms, T.C., B. Maurer. 2014. Materiality, Symbol, and Complexity in the Anthropology of Money. In The Psychological Science of

 

Money, chap. 3. New York: Springer Science + Business Media.

 

Ould – Ahmed, P. 2010. Can a community currency be independent of the state currency? A case study of the credito in Argentina (1995 – 2008). In: Environment and Planning A 42: 1346 – 1364.

 

Parry, J., M. Bloch. 1989. Money and the morality of exchange. Cambridge University Press.

 

Peacock, M.S. 2006. The Moral Economy of Parallel Currencies: An Analysis of Local Exchange Trading Systems. In: American Journal of Economics and Sociology, Inc. 65 (5): 1059 – 1083.

 

Peacock, M.S. 2014. Complementary currencies: History, theory, prospects. In: Local Economy 29 (6 – 7): 708 – 722.

 

Schraven, J. 2001. Mutual Credit Systems and the Commons Problem: Why Community Currency Systems such as LETS Need Not Collapse Under Opportunistic Behaviour. In: International Journal of Community Currency Research 5 (4): 1 – 10.

 

Schroeder, R.F.H. 2013. The Financing of Complementary Currencies: Risk and Chances on the Path toward Sustainable Regional Economies, The “2” International Conference on Complementary Currency Systems. CCS 2013.

 

Seyfang, G. 2001. Money that makes a change: Community currencies, North and South. In: Gender and Development 9 (1): 60 – 69.

 

Simmel, G. 2004. The Value of Money as a Substance. In: The Philosophy of Money chap. 2. New York: Routledge.

 

Zelizer, V.A. 1994. The social meaning of money, chap 1 + 7. New York: Basic Books.

Like a squirl in a underwater dome, observing & helping the sea creatures around