Martian Sandy®

Like a squirrel in a underwater dome, observing & helping the sea creatures around 

The texts are written in Dutch or English, due to the background of the website's founder.

In the future there might be other contributors. Give us feedback via email or social media.

 

Vanuit het vorige hoofdstuk zijn een aantal aspecten van geld en economische relaties naar voren gekomen, die een goede leidraad zijn om de werking van de alternatieve muntsoorten LETS en de Credito met elkaar te vergelijken. In grote lijnen zijn dit de functies van geld, de ‘waarde’van geld en het gebruik van geld door deelnemers aan alternatieve muntsoorten. Daarnaast zal er gekeken worden hoe de aspecten vertrouwen, garantie een rol spelen binnen de netwerken van de alternatieve muntsoorten. Dit alles zal met elkaar in verband worden gebracht, om de suggestie van Parry & Bloch na te kunnen leven. De term alternatieve muntsoorten suggereert dat het alleen gaat om de werking van het geld, maar het zal duidelijk worden dat deze systemen van transacties op een context specifieke manier zijn ingericht. LETS zijn Local Exchange Trading Systems, met een focus op de ‘systemen.’

 

 

Deze ‘systemen’ zijn misschien wel, of misschien niet een economische gemeenschap. Simmel zag dat in ieder geval wel zo, door het belang van de aspecten vertrouwen en garantie voor het functioneren van geld in een dergelijke gemeenschap. Tegelijkertijd vond hij dat hierbij een uniforme van geld moest bestaan. Alternatieve muntsoorten zijn echter vormen van geld, die op een significant andere manier zijn ingericht dan conventioneel geld. Zo kent dit geld andere functies en zijn er andere regels voor het gebruik ervan bij economische transacties. De vraag is hoe deelnemers met de regels en waarden omgaan. Zullen zij handelen, zoals de oprichters van de systemen voor ogen hadden? Hoewel er bij vele alternatieve muntsoorten een solidaire gemeenschap in het vooruitzicht had moeten liggen, blijkt dit in de praktijk anders uit te pakken. Dit hoofdstuk zal aandacht besteden aan deze discrepantie.

 

 

Achtergrond

Voordat we beginnen met een vergelijking van de aspecten van LETS en de Credito, is het van belang om beide praktijkstudies even kort in te leiden. De LETS in Zuid – Oost Engeland zijn begonnen rond het jaar 1990, als onderdeel van een groter verspreiding van deze muntsoort naar verschillende landen zoals Nederland en Australië. De hoeveelheid LETS in de studie van Lee (1996, 1379) beslaat ongeveer 250 werkende netwerken, met maximaal 20.000 deelnemers. Dit is geen groot aantal. Ook in andere studies naar LETS valt op dat de economische impact van LETS gering is (Peacock 2006; Seyfang 2001). De bevindingen uit deze studies zullen gebruikt worden, om meer inzicht te krijgen op de werking van deze geldvorm.

 

De schaal van de andere community currency, zoals de auteur de Credito noemt, is enorm. In 2002 werd deze munt door 2,5 miljoen deelnemers en 4500 barter clubs gebruikt (Gomez 2008; in Ould - Ahmed 2010, 1347). Vergeleken met de LETS in Zuid – Oost Engeland is dit een enorme omvang. In 1995 werd de eerste barter club opgericht in Buenos Aires (Seyfang 2001, 66). De oprichters wilden hiermee een alternatief bieden voor de officiële Peso, die in die periode moeilijk te krijgen was voor een steeds groter wordende deel van de bevolking. De structurele aanpassingen en liberalisering van de economie door het IMF voor Argentinië zorgden voor een opening van de Argentijnse markt. Hierdoor moesten Argentijnse bedrijven bezuinigen, wat gedaan werd op werkgelegenheid en salarissen (Ould – Ahmed 2010, 1347). De werkloosheid groeide en mensen werden gedwongen op een andere manier in hun levensonderhoud te voorzien.

 

De functies

Nu zal er echter gekeken worden naar de functies van het geld in beide alternatieve muntsoorten, zodat de zelfde aspecten van beide muntsoorten met elkaar kunnen worden vergeleken. Een zelfde structuur zal ook in de rest van dit hoofdstuk worden aangehouden. LETS zijn bijvoorbeeld van herkomst een volledig virtuele muntsoort (Seyfang 2001, 63). Niet virtueel in de zin dat het geld alleen bestaat in cijfertjes op een digitale bankrekening, want daarmee kan men zich vergissen. Het is virtueel in de zin dat schulden en kredieten op een balans worden bijgehouden door een ‘bank.’ Deze bank wordt in veel gevallen bijgehouden door vrijwilligers of, afhankelijk van de grootte en professionaliteit, door betaalde medewerkers (Schroeder 2013, 2). Het geld bestaat bovendien niet echt, maar is slechts een rekeneenheid en maakt uitwisseling mogelijk (Peacock 2006, 1061). Er vindt geen directe uitwisseling plaats met geld als fysiek uitwisselingsmiddel, maar de balans van de koper krijgt een schuld en de verkoper een krediet. Dit is uitgedrukt in de alternatieve muntsoort.

 

Bovenstaande geldt grotendeels voor alle LETS, want het is een kenmerk van deze muntsoort dat het geld alleen virtueel bestaat. Volgens Seyfang (2001, 67) en Peacock (2014, 720) is het echter van belang om elke alternatieve muntsoort vanuit zijn context te bekijken, want ze worden opgezet als antwoord op de specifieke problemen van bepaalde gemeenschappen. Deze scriptie beperkt zich daarom tot het bekijken van LETS in Groot – Brittannië, om de complexiteit van het betoog niet te groot te maken. De motieven tot deelname aan een LETS verschillen namelijk ook per sociale geografie (Lee 1996, 1388) in Zuid – Oost Engeland. Onder deze sociale geografie vallen naast de motieven ook de behoeften, als mede de samenstelling van de groep deelnemers. De diversiteit in omvang is groot, al blijft de functie van de muntsoort in elk netwerk hetzelfde.

 

De Credito echter kent meer functies. Deze muntsoort bestond in de vorm van biljetten, welke werden uitgegeven door een centraal instituut genaamd Red Global de Trueque (RGT). Dit instituut was opgericht om de enorme groei van de muntsoort het hoofd te kunnen bieden. Net als LETS was de Credito een rekeneenheid, bedoeld om bij transacties tussen deelnemers de waarde vast te stellen. Tegelijkertijd was het een tussenmiddel voor uitwisseling, door de uitgave van biljetten (Ould – Ahmed 2010, 1350). Daarnaast wilden de oprichters het niet mogelijk maken, dat het geld kon worden opgespaard. De verwachting was dat mensen geld als doel konden gaan zien en het zouden opsparen. Daarom werden ieder jaar nieuwe biljetten uitgegeven, waarvoor de oude biljetten konden ingeleverd voor een lagere waarde van soms wel 12% (Ould – Ahmed 2010, 1351). Het idee hierachter was dat geld superieur is aan goederen, omdat deze in waarde achteruit kunnen gaan. Geld zou echter langer zijn waarde behouden, zodat iemand met geld het voordeel heeft om een transactie uit te stellen (Peacock 2014, 713). Geld zou daarom ook in waarde achteruit moeten gaan, om zo de uitwisseling van geld en goederen meer gelijkwaardig te maken.

 

Het economische netwerk van LETS

De LETS in Groot – Brittannië opereren op een lokale schaal, voortkomend uit het initiatief van een lokale organisatie (Lee 1996, 1378). De functie van het geld als rekeneenheid zorgt ervoor dat de prijzen van goederen of diensten wordt overgelaten aan de deelnemers zelf. Er kan sprake zijn van afgesproken prijzen voor bepaalde producten, of men onderhandelt onderling over een geschikte prijs. Details over alle transacties worden gepubliceerd en verspreid onder de deelnemers (Lee 1996, 1378). De details gaan over de uitgewisselde goederen of diensten, de partijen aan de uitwisseling en een overzicht van de schulden en kredieten. Op deze wijze, redeneert Lee, komen voorheen private transacties in het publieke domein terecht (Lee 1996, 1380). Hoeveel geld er in een bepaalde transactie wordt geboden voor een goed, is dus voor iedere deelnemers zichtbaar. Dit veroorzaakt een proces, waarbij de waarde van goederen en diensten geschiedt op basis van lokale en inter-persoonlijke relaties en de behoeften van de gemeenschap (Lee 1996, 1383). De waarde van bijvoorbeeld voorheen ondergewaardeerd huishoudelijk werk krijgt een waarde in LETS.

 

Aan de andere kant is de hoeveelheid goederen in LETS vaak beperkt (Lee 1996, 1386; Peacock 2006, 1062), vanwege de lage hoeveelheid deelnemers. Bij de LETS in Groot Brittannië komt het daarom voor dat sommige goederen afkomstig zijn uit de reguliere economie en verhandeld worden in het LETS – netwerk. Daarbij vinden er twee momenten van prijs onderhandeling plaats: een om de prijs vast te stellen en de ander om de betaling op te delen in het lokale geld en het nationale geld (Lee 1996, 1382). Hoewel het in principe niet mogelijk is dat de lokale muntsoort wordt omgewisseld in andere muntsoorten, is de economie van het netwerk wel verbonden aan de nationale economie en muntsoort op deze manier. Toch vindt de vaststelling van de waarde van goederen plaats door de behoeften van de individuele deelnemers en de hoeveelheid ‘geld’ (schulden op de balans) komt voort uit de uitwisseling tussen de deelnemers (Lee 1996, 1384). De reguliere economie heeft hier niets mee te maken.

 

Het economische netwerk van de Credito

De Credito circuleert in zogenaamde barter clubs, in Nederlands ruilhandel gezelschappen. Dit zijn plekken voor uitwisseling waarbinnen economische transacties plaatsvinden. De Credito – munt was niet om te wisselen naar de officiële Peso of andere muntsoorten (Ould – Ahmed 2010, 1346). Voordat iets mocht worden gekocht in de barter club, moest eerst iets worden verkocht. De deelnemers moesten zowel consumeren als produceren, zodat iedereen profijt kon hebben van handel in de ruilhandel gezelschappen (Seyfang 2001, 66). Het geld kon alleen gebruikt worden in deze barter clubs, waar het als functie had om de uitwisseling van goederen te bevorderen. Het doel van de oprichters was mogelijk maken om goederen tegen goederen uit te wisselen. Om deze reden was er ook een verbod op een accumulatie van creditos, want dit zou de circulatie en creatie van waarde tegenhouden (Ould – Ahmed 2010, 1351).

 

Ondanks de enorme omvang van de Credito, bleek dat de Peso nog steeds een belangrijke rol speelde in het economische netwerk. Vanwege de regel dat iemand eerst moest produceren voor toelating tot de barter club, maakte dit mogelijk dat de degenen met de meeste Pesos de meeste gewilde goederen voor in de barter clubs konden kopen. Vervolgens verkochten zij deze in de barter clubs en hadden zo de meeste macht over het zetten van de prijzen (Ould – Ahmed 2010, 1359). Voedsel was het meest gewild in de barter clubs. De grote vraag hiernaar en het lage aanbod dreef de prijzen flink op. Vervolgens leidde dit een algemene stop van handel in sommige barter clubs, omdat iedereen moest produceren voordat hij of zij het gewilde voedsel kon kopen (Ould – Ahmed 2010, 1360). Uiteindelijk leidde dit tot uitwisseling buiten de barter clubs door mensen met minder middelen, waarbij met de Peso en de Credito goederen werden verhandeld of afspraken werden gemaakt.

 

Exclusie, Vertrouwen en Waarden in LETS

Hoewel deelnemers aan LETS beweren kleine, maar significante, economische voordelen uit hun participatie te halen (Seyfang 2001, 63), blijkt uit het voorbeeld van de Credito dat dit niet voor iedereen geldt. Lee beargumenteert dat de echte sociaal uitgesloten mensen niet kunnen deelnemen aan een LETS. Voornamelijk omdat zij voor hun basisbehoeften niet afhankelijk kunnen zijn van de uitwisseling binnen de LETS. Hierdoor blijft de schaal van LETS ook gering. Vergeleken met de hoeveelheid LETS in Engeland en Wales, 254 in totaal, is het percentage van LETS in ‘regio’s van uitsluiting’ slechts 3,1% (Lee 1996, 1391). Deze regio’s krijgen zelfs ontwikkelingshulp van de Europese Unie. Deze verdeling is wellicht opvallend, maar heeft een duidelijke reden. De hoeveelheid deelnemers uit arme regio’s is laag. Deelnemers aan LETS in Engeland en Wales zijn over het algemeen meestal werkloos, hoogopgeleid en stemmen voor de Green Party (Seyfang 2001, Lee 1996). Om deze reden wordt het ook wel een middle class hobby genoemd (Lee 1996, 1387).

 

Opvallend genoeg zegt deze zelfde groep deelnemers, dat ze het liefste samenwerken met mensen die ze kennen. Een van de deelnemers zegt: “if you know people they won't shit on you (Lee 1996, 1392).” Dit citaat geeft aan dat vertrouwen een belangrijke factor is in het functioneren van het economische systeem. Er wordt gezegd door de deelnemers dat een vertrouwensbasis heel belangrijk is, zodat er geen mensen komen die er profijt uit zouden willen halen. Dit zou botsen met de waarden van de LETS. Uit de verschillende onderzoeken blijkt dat vele deelnemers als doel hebben om een gemeenschap op te bouwen, als alternatief voor de reguliere economie (Seyfang 2001, 63; Lee 1996, 1388; Peacock 2006, 1059). Hiermee willen ze bepaalde morele waarden bereiken, zoals solidariteit, duurzaamheid en ‘eerlijke’ prijzen voor producten en diensten. Reciprociteit is hierbij een kernbegrip, wat de basis zou moeten zijn voor de gemeenschap. Het is echter niet duidelijk wat men bedoelt met dit begrip. Het lijkt erop dat het gaat om belangeloos handelen en het idee dat iedereen elkaar nodig heeft (Schraven 2001, 4).

 

Exclusie lijkt echter in het geval van de LETS in Zuid – Oost Engeland van meer belang te zijn, dan de genoemde waarden. De LETS in Zuid – Oost Engeland zijn gebaseerd op sociale netwerken en het zijn deelnemers met geld en kennis, die zo ook in staat zijn om nieuwe relaties aan te gaan. Deze nieuwe relaties komen tot stond met mensen, die het zelfde gedachtegoed hebben en dus dezelfde waarden nastreven. LETS in regio’s met lage inkomens en een arme bevolking blijken niet te werken, omdat vertrouwen en cohesie van waarden ver te zoeken zijn (Seyfang 2001, 64). Volgens Peacock hebben lager opgeleide mensen met weinig inkomen minder mogelijkheden om netwerken zoals LETS op te zetten (Peacock 2006, 1077). Redenen hiervoor zijn onder andere de kosten en kennis benodigd, voor het opzetten van een LETS. Volgens Seyfang is dit nog eens extra lastig, als de capaciteit van de lokale ‘gemeenschap’ laag is en er weinig algemeen vertrouwen is. Dit is nodig, want LETS hebben veel eigen initiatief nodig om te kunnen slagen (Seyfang 2001, 64).

 

Exclusie, Vertrouwen en Waarden bij de Credito

Een extra factor van exclusie zijn de kosten van een lidmaatschap, voordat een individuele deelnemer mag toetreden tot een LETS of barter club. Deze kosten zijn bedoeld voor de organisatie van de netwerken, maar moeten worden betaald in een conventionele muntsoort zoals de Peso of de Pond. Vooral in het geval van de Credito is dit een interessant gegeven. De oprichters van de Credito claimden dat bij toetreding tot de barter clubs men gratis 50 creditos zou krijgen. In de praktijk was dit anders, want men moest ook een registratie betaling doen in Pesos(Ould – Ahmed 2010, 1350). Men zou echter eenvoudig meer creditos kunnen verkrijgen, door te gaan produceren. Nu is echter al eerder benoemd, dat dit voor deelnemers met Pesos makkelijker was dan degenen met minder Pesos. Wat hier uit voortkwam, is dat deelnemers met minder Pesos gebruik maakten van een strategie gebouwd op het idee van capital socialisation (Ould – Ahmed 2010, 1360). Er werden voor binnenkomst bij de barter clubs afspraken gemaakt met bekenden en het werd normaal dat goederen direct werden geruild. De Credito had zo alleen nog een functie als rekeneenheid (Ould – Ahmed 2010, 1360).

 

Uiteindelijk ging hierdoor het gehele idee van solidariteit van tafel. De barter clubs hadden gestoeld moeten zijn op: “… building other types of market exchange which would fully respect the value of work and the other moral values such as solidarity, self-esteem, sharing, and reciprocity (Ould – Ahmed 2010, 1349). Binnen de barter clubs zouden deze andere vormen van uitwisseling mogelijk zijn. Morele waarden zoals solidariteit, eigenwaarde, delen en reciprociteit zouden de basis hiervoor moeten zijn. Laatstgenoemden zouden moeten zorgen voor een band onder de deelnemers, een gemeenschap in de barter clubs. Bovendien was de Credito iets anders dan ‘geld’, volgens de oprichters. De Credito zou gekoppeld zijn aan de waarden en productie van de deelnemers, in tegenstelling tot ‘geld’ (Ould – Ahmed 2010, 1349). In de praktijk was de waarde van de Credito gekoppeld aan karakteristieken van de Peso: aan de ene kant door het belang van de Peso in de transacties, aan de andere kant door de keuze van de RGT om het Credito biljet zoveel mogelijk op de Peso te laten lijken Hierdoor werd de autoriteit van de Peso een belangrijk onderdeel van de waarde en autoriteit van de Credito.

 

De groei van LETS en de Credito

Ondanks de motieven van de oprichters om een solidaire economie te creëren op basis van reciprociteit, bleven dezelfde handelsnormen als in de conventionele economie met de Peso bestaan (Ould – Ahmed 2010, 1357). Deelnemers kwamen tot een prijs door rekening te houden met de waarde van de Peso en de Credito, als mede de beschikbaarheid van het gewilde goed. Van zoiets als handel op basis van solidariteit was geen sprake. Op de lange termijn leidde dit tot een flinke daling in het aantal barter clubs in Argentinië. Zodra de Peso namelijk weer aantrok, stapten velen weer over naar de reguliere economie. Vanaf 2004 werden de barter clubs vooral gebruikt door vrouwen om de materiële conditie van hun families te verbeteren (Ould Ahmed 2010, 1349). Dezelfde behoefte was de reden voor veel mensen om deel te nemen, waardoor de Credito heel snel was gegroeid. Nu de Credito niet meer nodig was, verdwenen de barter clubs.

 

Een andere reden was onmin tussen de verschillende barter clubs, wat leidde tot afscheiding van een grote groep barter clubs van de centrale RGT. Een van de redenen was het gegeven dat clubmanagers geld konden verdienen aan de uitgave van creditos, welke zij ontvingen van de RGT (Ould – Ahmed 2010, 1353). De nieuwe onafhankelijke clubs accepteerden tijdelijk nog de Credito, maar gingen later hun eigen muntsoorten uitgeven. Deze waren niet om te wisselen naar de Credito of andere muntsoorten. De kracht van de Credito als centrale munt nam zo af, waardoor het uiteindelijk ineenstortte.

 

LETS echter blijven vaak in hun groei steken. Ze groeien niet uit boven een bepaald niveau, vanwege een lage hoeveelheid deelnemers of goederen. Het is echter niet zo, dat het per se beter zou gaan als er meer mensen zouden deelnemen. Aan de ene kant is het de vraag of deelnemers dat willen (Peacock 2006, 1078). De normen van solidariteit kunnen botsen met economisch gewin, indien de hoeveelheid deelnemers zover groeit dat niemand elkaar meer persoonlijk kent. Deze solidariteit is de basis voor een LETS, want vertrouwen drijft de handel. Er is bovendien al veel goede wil en materiële opoffering nodig om een LETS te laten werken, want anders is er geen sprake van dat iemand goederen gaat uitwisselen met elkaar.

 

Aan de andere kant is de hoeveelheid schuld een risico voor een LETS, doordat het een van de redenen kan zijn voor de ondergang van een LETS (Schroeder 2013, 6). Als er teveel gebruikers zijn en te weinig mensen die produceren, dan resulteert dit uiteindelijk in teveel schulden. De mogelijkheid om producten en diensten te kopen op de ‘pof’, is een reden hiervoor. Op de ‘pof’ kopen is mogelijk, doordat er geen direct uitwisseling van geld voor goederen mogelijk is. Een persoon die iets koopt, krijgt een schuld op zijn of haar balans. Om de schulden weg te halen, moet hij zelf iets produceren of verkopen. Als er echter geen limiet zit op de hoeveelheid schuld, dan kan het voorkomen dat de schuld enorm groeit. Aan de andere kant kunnen mensen die veel produceren, hun krediet nergens kwijt. Vervolgens is dit voor hen ook een reden om de LETS te verlaten.Het opportunisme van gebruikers is een tweede reden, wat tegelijkertijd wellicht een motief is om deel te nemen aan LETS of een alternatieve muntsoort.

 

Transacties in een alternatief netwerk

Voorlopig kan geconcludeerd worden dat de transacties tussen deelnemers de groei van het netwerk beïnvloeden, door op hun eigen wijze gebruik te maken van de functies van de muntsoort en de regels van het netwerk. Bepaalde waarden voor hoe het netwerk moet opereren, worden niet nageleefd in het netwerk van de Credito. Binnen sommige LETS gebeurt dit wel, maar daardoor blijft de groei vaak steken. Het is juist de afhankelijkheid van beide muntsoorten van een conventionele muntsoort en economie, die hen opbreekt. Deze afhankelijkheid komt voort uit bepaalde aspecten en functies van geld die niet worden gedekt door de alternatieve muntsoort. De waarde van beide muntsoorten wordt bijvoorbeeld deels bepaald door die van een conventionele muntsoort, omdat bepaalde goederen vanuit de reguliere economie komen. De prijzen of waarde van deze goederen, bepaalt de waarde van de goederen in het netwerk van de alternatieve muntsoort. In het komende en laatste hoofdstuk zal verder in worden gegaan op deze bevindingen en zullen ze bekeken worden met de verschillende perspectieven op geld.

 

Like a squirl in a underwater dome, observing & helping the sea creatures around